Te allen tijde geldt dat ingeval van een volledig dienstverband het maandsalaris tenminste 38 of 40 maal het wettelijk minimumuurloon moet bedragen, afhankelijk van de van toepassing zijnde arbeidsduur, zie artikel 1.1. Schaal VID is uitsluitend bedoeld voor de inschaling van dansers, niet zijnde dansers in dienst van Het Nationale Ballet.
Per 01-01-2024 inclusief 5% en een vast bedrag van € 150 bruto.
Bijlage 1B | Loongebouw dansers Het Nationale Ballet 2024
Te allen tijde geldt dat ingeval van een volledig dienstverband het maandsalaris tenminste 38 of 40 maal het wettelijk minimumuurloon moet bedragen, afhankelijk van de van toepassing zijnde arbeidsduur, zie artikel 1.1.
Per 01-01-2024 inclusief 5% en een vast bedrag van € 150 bruto.
Onderstaand overzicht is een niet-limitatieve opsomming van veel voorkomende functies in de toneel- en danssector en dient voor de (h)erkenning hiervan bij medewerkers en gezelschappen. Een beperkt aantal van deze functies is omschreven als referentiefunctie in bijlage 2B; dit zijn de functietitels waar achter (R) is toegevoegd. Deze referentie- of (R)-functies dienen als voorbeeld om de bij een gezelschap in de praktijk voorkomende functies zelf te omschrijven en in te schalen, dit in goede verhouding tot de zwaarte en daaraan gekoppelde inschaling van de (R)-functies. Zie ook art. 3.1 van deze cao. Onderstaande opsomming is nadrukkelijk niet uitputtend. Het is zeer wel mogelijk dat bij gezelschappen ook nog andere functies in loondienst voorkomen. Ook deze kunnen volgens de methodiek van de referentie- functies worden omschreven en ingeschaald.
Combinatiefunctionarissen of combifunctionarissen zijn werknemers die geheel of gedeeltelijk zijn aangesteld op basis van het convenant Impuls Brede Scholen en die naast hun werkzaamheden in de toneel en/of danssector ook werkzaamheden verrichten in het onderwijs. De begrippen combifunctie en combinatiefunctie zijn synoniem aan elkaar.
Artikel 2 | Indiensttreding
In aanvulling op de verplichte inhoud van de schriftelijke arbeidsovereenkomst, dienen de gegevens met betrekking tot naam, adres en vestigingsplaats van de werkgever, plaats(en) waar de arbeid wordt verricht en (norm)functie(s) tevens voor de inlenende onderwijsinstelling te worden benoemd.
Bij aanvang van de arbeidsovereenkomst maken de werkgever en de combifunctionaris afspraken over de taak- en urenbesteding resulterend in een passend arbeidspatroon.
Artikel 3 | Uitsluiting van cao-bepalingen
Voor zover het de werkzaamheden buiten de organisatie van de werkgever betreft, treden de relevante cao-bepalingen van de inlenende instelling in de plaats van de bepalingen uit de CaoToneel en Dans voor wat betreft Vergoedingen en Arbeids- en rusttijden. Indien de cao van de inlener geen passend alternatief biedt, of indien het alternatief naar redelijkheid, billijkheid en praktische toepasbaarheid niet kan worden uitgevoerd, dan blijft de bepaling van deze cao onverkort van kracht voor het gehele dienstverband.
De werkgever en de combifunctionaris kunnen gezamenlijk of ieder afzonderlijk cao-artikelen voor dispensatie voordragen bij de Sociale Commissie Theater en Dans.
Artikel 4 | Beëindiging van de arbeidsovereenkomst
Een beëindiging of wijziging van de verstrekte subsidie of de subsidievoorwaarden op basis van het convenant Impuls Brede Scholen, als gevolg waarvan de combinatiefunctie komt te vervallen, kan aanleiding zijn voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst.
Artikel 5 | Inschaling
De werknemer die gedeeltelijk of geheel wordt aangesteld als combifunctionaris, wordt ingeschaald op basis van de te verrichten werkzaamheden binnen de organisatie van de werkgever.
Artikel 6 | Taken
Naast de gebruikelijke functionerings- en beoordelingsgesprekken, vindt jaarlijks overleg plaats tussen de werkgever, de inlenende instelling en de werknemer over de invulling van de taken. Partijen maken bij die gelegenheid tenminste afspraken omtrent:
Bijlage 3 | Richtlijn voor beloning zeer korte contracten
1. Toepassing
Onderstaande richtlijn is bedoeld voor het compenseren van werknemers in voorstellingsgebonden functies die als gevolg van in omvang zeer beperkte en in tijd versnipperde werkzaamheden, onvoldoende inkomsten kunnen verwerven. De richtlijn is bedoeld voor situaties waarin repetitie- en/of speeldata van een productie niet in een aaneengesloten contractperiode vallen en waarbij de werkzaamheden plaatsvinden op losse dagen en/of in clusters van enkele dagen waartussen langere periodes van meerdere dagen of weken vrijvallen. Indien zich dit voordoet dient de werknemer een contract te krijgen voor een week, twee weken of een maand waarbij een verhoogde deeltijdfactor te wordt toegekend. Zie de voorbeeldenkaders hieronder. Ingeval er slechts één dag in een week of maand wordt gewerkt, kan gebruik worden gemaakt van een dagcontract met een verhoogd tarief zoals opgenomen in artikel 1 van deze cao bij de definitie van het begrip dagcontract. Voor situaties waarop de voorbeeldkaders niet toepasbaar zijn, dienen contractuele afspraken te worden gemaakt die passen bij het doel van deze richtlijn: het (deels) financieel compenseren van werknemers voor weinig werk waardoor zij weinig inkomsten en weinig profijt van secundaire arbeidsvoorwaarden hebben.
Hoe pas je de richtlijn toe als medewerkers in eenzelfde project verschillende aantallen uren resp. dagen werken? Bijvoorbeeld één medewerker werkt 4 dagen in een week en een andere medewerker werkt 5 dagen in die week. Volgens de richtlijn zou de medewerker die 4 dagen werkt een contract krijgen voor 1 fte in plaats van voor 0,8 fte. Als de medewerker die 5 dagen werkt ook een contract krijgt voor 1 fte, kan dat worden ervaren als niet in goede verhouding tot de medewerker die 4 dagen werkt. De werkgever kan er dan voor kiezen om de medewerker die 5 dagen werkt, ook een ophoging gelijk aan 0,2 fte te geven. De richtlijn geeft een ondergrens aan en moet verder naar redelijkheid worden toegepast. Daarbij kan altijd ten gunste van de werknemer worden afgeweken.
2. Advies omvang weekcontracten
Het uitgangspunt is dat losse werkdagen binnen 1 week worden opgenomen in een weekcontract. Wordt er in twee opeenvolgende weken enkele dagen per week gewerkt (bijvoorbeeld 2×2 of 2×3), dan worden deze dagen opgenomen in een contract voor de duur van 2 weken. Daarbij wordt de deeltijdfactor verhoogd met ten minste 0,2 fte tot aan het maximum van 1 fte. Wordt er 5 dagen (à 8 uur) in een week gewerkt, dan is er sprake van een volledige werkweek van 1 fte; hierop is het advies tot verhoging niet van toepassing.
Voorbeelden: aantal (losse) arbeidsdagen
te werken binnen
reguliere deeltijdfactor op basis van 21,75 dagen per maand, exclusief vakantie en atv
ADVIES omvang weekcontract
2
1 week
0,4 fte
0,6 fte
3
1 week
0,6 fte
0,8 fte
4
1 week
0,8 fte
1 fte
3. Advies omvang maandcontracten
Het uitgangspunt is dat losse dagen die zijn verspreid over 3 of 4 weken, worden opgenomen in een maandcontract. De deeltijdfactor wordt verhoogd met ten minste 0,2 à 0,3 fte tot aan het maximum van 1 fte. Vanaf 15 werkdagen tot aan een volledig maandcontract (gemiddeld 21,75 werkdagen à 8 uur), blijft de geadviseerde omvang dus 1 fte.
Voorbeelden: aantal (losse) arbeidsdagen
te werken binnen
reguliere deeltijdfactor op basis van 21,75 dagen per maand, exclusief vakantie en atv
Deze regeling voorziet in een tegemoetkoming in de verblijfskosten van optredend en voorstellingsbegeleidend personeel bij door de werkgever opgedragen werkzaamheden.
De bedragen genoemd in artikel 3 van deze bijlage worden ingeval van werkzaamheden buiten de standplaats uitgekeerd als vaste vergoeding tenzij met de medezeggenschap is overeengekomen dat vergoeding op declaratiebasis plaatsvindt of tenzij bepaalde componenten geheel of gedeeltelijk in natura worden toegekend. De bedragen gelden per medewerker ongeacht de omvang van het dienstverband. Indien vergoeding op declaratiebasis is afgesproken, geldt daarvoor het maximum van onderstaande bedragen. De avondmaaltijdvergoeding binnen de standplaats wordt uitgekeerd op declaratiebasis, tenzij de maaltijd door de werkgever wordt verzorgd.
De bedragen worden jaarlijks per 1 augustus geïndexeerd met het gemiddelde percentage van de Consumentenprijsindex (hotels, cafés, restaurants) van het CBS (Jaarmutatie CPI afgeleid) van januari tot en met december van het voorafgaande jaar, tot aan het maximum van de gerichte vrijstellingen zoals gepubliceerd in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.
Artikel 1 | Tegemoetkoming verblijfskosten in Nederland en in Nederlandstalig België
Ontbijt
na overnachting, waarbij het ontbijt niet bij de door de werkgever betaalde overnachting is inbegrepen en ook niet door de werkgever wordt verzorgd.
Kleine kosten
buiten de standplaats bij alle werkzaamheden.
Lunch
buiten de standplaats bij vertrek voor 12:00 uur.
Diner
buiten de standplaats bij vertrek voor 17:00 uur en terugkeer in de standplaats na 19.30 uur dan wel indien elders wordt overnacht.
Avondcomponent technici
buiten de standplaats bij avondwerkzaamheden na 22.00 uur.
Avondmaaltijd
binnen de standplaats bij een ononderbroken en evenementgebonden dienst die uiterlijk om 15:00 uur begint en ten minste tot 20:00 uur duurt.
De bedragen worden tijdens reis en verblijf in het buitenland dagelijks uitgekeerd, tenzij componenten zijn inbegrepen bij de door de werkgever geregelde en betaalde accommodatie, worden verzorgd op de speellocatie of, in andere situaties met het medezeggenschapsorgaan is overeengekomen dat bepaalde componenten geheel of gedeeltelijk in natura worden toegekend.
Indien naar de mening van het medezeggenschapsorgaan en/of de werkgever het prijspeil van een land of stad daar aanleiding toe geeft, kunnen in onderling overleg voor dat reisdoel incidenteel hogere bijdragen worden afgesproken dan die genoemd in artikel 3 kolom buitenland van deze regeling.
Het inzetten van stagiairs in podiumkunstproducties dient meerdere doelen.
Enerzijds is het voor studenten noodzakelijk om hetgeen zij in de opleiding geleerd hebben, in de praktijk te leren toepassen. De stage maakt daarom onderdeel uit van het onderwijscurriculum. Werkgevers nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid door studenten te begeleiden en ondersteunen in een praktijkstage. Anderzijds biedt het inzetten van stagiairs werkgevers de mogelijkheid om de nieuwe professionals te leren kennen en hun talenten te ontdekken. Het primaire doel van stages is het leren in de praktijk aan de hand van door de student of opleiding aan te geven leerdoelen. Dit dient het uitgangspunt te zijn bij het werven en inzetten van stagiairs. Stagiairs zijn geen werknemers en dienen boventallig te zijn.
Naast deze positieve aspecten voor studenten, werkgevers en opleidingen, signaleren sociale partners dat het veelvuldig inzetten van stagiairs soms kan leiden tot ongewenste situaties. Deze doen zich voor wanneer stagiairs als goedkope arbeidskrachten de plaats innemen van reguliere werknemers en in het bijzonder van pas afgestudeerde beroepsbeoefenaren. Voor deze laatste groep kan het hierdoor lastig worden om de nodige ervaring op te doen en voldoende werk te (blijven) vinden. Ook kan het bovenmatig inzetten van stagiairs leiden tot een lagere kwaliteit van begeleiding door de instelling, hetgeen uit educatief oogpunt ongewenst is. De werkgever dient te zorgen voor voldoende tijd, ruimte en professionele capaciteit om de stagiair te begeleiden en op te leiden.
Werkgevers zijn daarom verplicht om naast stagiairs, in een evenwichtige verhouding, recent afgestudeerden en reguliere werknemers in te (blijven) zetten. Werkgevers hebben tevens de plicht om, samen met de opleidingen, te zorgen voor kwalitatief goede begeleiding en adequate randvoorwaarden in het stagecontract. Zie hiervoor het model stageovereenkomst in deze cao.
Bijlage 8A | Uitvoeringsregeling vergoeding eigen risico zorgkosten werknemers
1. Algemeen
De regeling voorziet in het vergoeden van het wettelijk eigen risico van werknemers die als gevolg van arbeidsongeschiktheid en/of blessures veroorzaakt door of vanwege alle arbeidsgerelateerde werkzaamheden of werkgerelateerde blessures waarmee de werknemer blijft doorwerken, zorgkosten dienen te maken. Onder wettelijk eigen risico wordt verstaan het jaarlijkse bedrag dat door de overheid als verplicht eigen risico wordt vastgesteld voor zorgkosten.
2. Voorwaarden vergoeding
Voor vergoeding van het wettelijk eigen risico komen uitsluitend medewerkers in aanmerking die op basis van een arbeidsovereenkomst bij de werkgever in dienst zijn en daarmee onder de cao vallen.
Vergoed worden uitsluitend de onder het in enig jaar (resterende) wettelijk eigen risico vallende zorgkosten die het directe gevolg zijn van een opgedane blessure of ongeval die/dat zich heeft voorgedaan in het kader van de beroepsuitoefening. Indien zich een dergelijk(e) blessure/bedrijfsongeval heeft voorgedaan, meldt de werknemer dit zo spoedig mogelijk aan de werkgever. Kosten binnen het wettelijk eigen risico als gevolg van blessures of aandoeningen die geen verband houden met de beroepsuitoefening dan wel zijn ontstaan buiten het kader van de beroepsuitoefening of tijdens werkzaamheden voor derden worden niet vergoed.
Wanneer in enig jaar het eigen risico reeds is voldaan vanwege zorgkosten die niet tot de onder de hierboven genoemde declarabele kosten behoren, kunnen – wanneer zich later in dit jaar alsnog een bedrijfsgeval voordoet – geen kosten meer op grond van deze vergoedingsregeling worden gedeclareerd.
3. Wijze van declareren
Declaraties van het wettelijk eigen risico die aan bovenstaande voorwaarden voldoen, worden ten minste één maal per jaar in behandeling genomen. De declaraties hebben in principe betrekking op het voorafgaande kalenderjaar. Wanneer een werknemer in januari nog geen volledig uitsluitsel heeft over de hoogte van het betaalde (resterende) wettelijk eigen risico, dienen de hiermee gemoeid gaande kosten in januari van het opvolgende jaar gedeclareerd te worden, tenzij de werkgever hiervoor een andere regeling treft.
Het declareren van kosten is de individuele verantwoordelijkheid van elke werknemer. Declareren van het wettelijk eigen risico kan jaarlijks in januari of op een door de werkgever aan te geven moment op basis van een volledig ingevuld aanvraagformulier. Als bijlagen dienen fotokopieën te worden overlegd van facturen en een specificatie van de zorgverzekeraar van het (nog resterende) wettelijk eigen risico. Werknemers dienen het aanvraagformulier en de vereiste bijlagen voor de aangegeven deadline bij de werkgever in te leveren. Aanvragen zullen vertrouwelijk behandeld worden.
4. Beoordelingscommissie
De aanvragen zijn uitsluitend ter beoordeling van een door de werkgever daartoe ingestelde commissie bestaande uit ten minste twee personen. De taken van deze commissie zijn het beoordelen van de aanvragen, het vaststellen van de vergoedingen en het laten uitkeren van de vergoedingen. De commissie behandelt alle gegevens met betrekking tot de aanvragen en medische behandelingen strikt vertrouwelijk. De commissie maakt uiterlijk in de maand mei schriftelijk haar besluiten bekend aan de aanvragers. Er kan niet gecorrespondeerd worden over beslissingen van de commissie.
5. Wijze van betaling
Goedgekeurde aanvragen worden door de werkgever als reguliere declaratie op het bankrekeningnummer van de betreffende werknemer gestort.
Bijlage 9 | Procedures Sociale Commissie Cao Toneel en Dans
Artikel 1 | Taken, samenstelling en secretariaat van de Commissie
Ter bevordering van een juiste en eenduidige interpretatie en toepassing van deze cao stellen sociale partners, Kunstenbond en NAPK, een Sociale Commissie Toneel en Dans (hierna de Commissie) in. De Commissie bestaat uit vier leden en vier plaatsvervangende leden, waarvan twee leden en twee plaatsvervangende leden worden benoemd door de NAPK en twee leden en twee plaatsvervangende leden door de Kunstenbond. De Commissie kiest uit haar midden een voorzitter, bij voorkeur zodanig dat deze functie beurtelings door één der sociale partners wordt uitgeoefend. Desgewenst kan de Commissie tijdelijk worden uitgebreid met een onafhankelijk voorzitter. Ingeval van een dispensatieverzoek wordt de Commissie verplicht uitgebreid met een onafhankelijk voorzitter.
De taken van de Sociale Commissie zijn:
Het geven van een standpunt/beslissing of advies aan werkgever(s), werknemer(s), sociale partners of andere betrokkenen omtrent de uitleg en/of toepassing van bepalingen in deze cao;
Het behandelen van een verzoek van werkgever(s) om dispensatie van (bepalingen in) deze cao, zie artikel 4 van deze bijlage;
Het geven van zwaarwegend advies, aan werkgever(s) of werknemer(s), in geval van geschillen omtrent de uitleg en/of toepassing van de cao. Op verzoek van betrokken partijen kan het advies de status krijgen van een bindend advies.
Het secretariaat van de Commissie is gevestigd bij de NAPK, e-mail info@napk.nl.
Artikel 2 | Procedure indienen verzoek om standpunt of advies
Een verzoek om een standpunt/beslissing of advies over de interpretatie en/of toepassing van de cao kan door werkgevers, werknemers, Cao-partijen en andere betrokkenen op elk tijdstip per e-mail worden ingediend via info@napk.nl en wordt gericht aan het secretariaat van de Sociale Commissie Cao Toneel en Dans.
Een verzoek als bedoeld in lid 1 wordt slechts in behandeling genomen nadat het verzoek schriftelijk en gemotiveerd per e-mail is ingediend. Een verzoek om advies dient tenminste te bevatten:
volledige naam en adres van verzoeker en wederpartij(en);
op welk(e) bepaling(en) van de cao het verzoek betrekking heeft;
de feiten en omstandigheden die tot het geschil hebben geleid, de conclusie die daaruit volgens de eisende partij moet worden getrokken;
ondertekening door verzoeker en dagtekening.
Het secretariaat zendt het verzoekschrift met eventuele bijlagen binnen 14 dagen na ontvangst aan de leden en plaatsvervangende leden van de commissie, alsmede – ingeval van een geschil – aan de wederpartij.
De wederpartij wordt in de gelegenheid gesteld om, binnen 21 dagen na verzending door het secretariaat van het verzoekschrift met eventuele bijlagen, een verweerschrift in te dienen bij de Commissie, door toezending aan het secretariaat. Het secretariaat stuurt het verweerschrift en eventuele bijlagen onverwijld door naar de Commissie.
Het secretariaat zendt een exemplaar van het verweerschrift binnen 14 dagen na ontvangst aan de leden en plaatsvervangende leden der Commissie, alsmede aan de eisende partij.
Artikel 3 | Procedure behandeling verzoek om standpunt of advies
De periode tussen de datum waarop de termijn voor indiening van het verweerschrift verstrijkt en de behandeling door de Commissie, bedraagt minimaal 21 dagen.
De zaak wordt bij voorkeur binnen twee maanden, maar uiterlijk binnen vier maanden nadat het verzoekschrift bij het secretariaat is ingediend, door de Commissie behandeld.
De Commissie kan, indien zij daartoe op grond van het verzoek- en/of verweerschrift aanleiding ziet, partijen om aanvullende schriftelijke reactie(s) en/of informatie vragen. De Commissie stelt per geval de termijn vast waarbinnen deze stukken moeten zijn ontvangen. Indien om nadere reactie(s) en/of informatie wordt gevraagd, wordt de zaak bij voorkeur binnen vier maanden, maar uiterlijk binnen zes maanden nadat het verzoekschrift is ingediend door de Commissie behandeld.
De Commissie kan, indien zij daartoe aanleiding ziet, partijen, getuigen of deskundigen voor het geven van nadere inlichtingen oproepen. Een dergelijke oproeping geschiedt tenminste 14 dagen voor de behandeling.
De Commissie besluit bij gewone meerderheid van stemmen en stelt haar advies vast buiten tegenwoordigheid van partijen bij het geschil.
De Commissie bepaalt welke kosten voor rekening van welke partij komen. Indien de werknemer tot (een gedeelte van) de kosten wordt veroordeeld, heeft de werkgever, met inachtneming van de wettelijke bepalingen, het recht om dit bedrag in mindering te brengen op het door de werkgever aan de werknemer verschuldigde salaris, met de verplichting om het aan de Commissie verschuldigde bedrag binnen een week na de inhouding af te dragen. Onder kosten van partijen wordt niet begrepen de kosten van eventuele rechtskundige bijstand.
Het advies wordt gemotiveerd en schriftelijk vastgesteld. Een door de voorzitter en secretaris ondertekend afschrift van het advies wordt binnen de gestelde termijn (vier of zes maanden), aan elk der partijen en aan alle (plaatsvervangende) leden van de Commissie toegezonden.
De Commissie kan vanwege het belang van het advies voor de cao en het cao-overleg besluiten om het advies geanonimiseerd aan Sociale Partners toe te zenden. Partijen bij het geschil worden daarvan op de hoogte gesteld.
Artikel 4 | Dispensatieregeling
De Commissie kan op verzoek van werkgever(s) die onder de werkingssfeer van deze cao vallen, dispensatie verlenen van de toepassing van (bepalingen van) de cao. Cao-partijen geven hiermee uitvoering aan het advies van de Stichting van de Arbeid om dispensatie van een bedrijfstak-cao bij voorkeur zelf en transparant te regelen.
Een verzoek tot dispensatie van (bepalingen van ) de cao dient schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend bij het secretariaat van de Commissie per e-mail info@napk.nl. De Commissie is bevoegd om namens cao-partijen op een dispensatieverzoek te beslissen.
Een verzoek om dispensatie dient tenminste te bevatten:
volledige naam en adres van verzoeker(s);
op welke bepaling(-en) van de cao het verzoek betrekking heeft;
motivering van het verzoek;
ondertekening door verzoeker(s) en dagtekening.
Dispensatie van (bepalingen van) deze Cao kan worden verleend wanneer de situatie bij de verzoeker(s) (tijdelijk) zo afwijkend is van hetgeen in de sector of in een van de segmenten daarvan gebruikelijk is, dat in redelijkheid niet van de werkgever(s) kan worden gevergd dat de cao(-bepalingen) onverkort wordt of worden toegepast.
De verzoeker verschaft desgevraagd binnen een daartoe aangegeven termijn (aanvullende) gegevens en bescheiden, die voor de beoordeling van het verzoek nodig zijn. Een verzoek wordt in behandeling genomen nadat de verstrekte informatie voldoende is voor de beoordeling van het verzoek.
De Commissie neemt binnen twee maanden na datum van ontvangst van het complete dossier van het dispensatieverzoek een schriftelijk en gemotiveerd besluit. De beslistermijn van twee maanden kan, indien nodig, met ten hoogste één maand worden verlengd.
Het secretariaat van de Commissie zendt zo spoedig mogelijk de schriftelijke beslissing aan de verzoeker.
Dispensatie wordt ten hoogste verleend voor de looptijd van de cao en kan onder beperkingen worden verleend; dat wil zeggen dat er voorwaarden en/of voorschriften aan de dispensatie kunnen worden verbonden. Indien een nieuwe cao van toepassing wordt, dient verzoeker desgewenst opnieuw een dispensatieverzoek in te dienen.
Artikel 5 | Procedurele kosten
Over de kosten van de Commissie en het secretariaat met betrekking tot de uitvoering van taken van de Commissie maken Kunstenbond en NAPK nadere afspraken.
Bijlage 11 | Kernbepalingen in het kader van de WagwEU
Onderstaand schema bevat de kernbepalingen van deze cao die gedurende de eerste 12 maanden van het dienstverband (gedeeltelijk) van toepassing zijn op buitenlandse (in Nederland gedetacheerde) werknemers zoals bedoeld in de in artikel 1.2 omschreven werkingssfeer van de cao. Van deze kernbepalingen zijn uitgezonderd alle verwijzingen in onderstaande bepalingen naar (overleg met) het medezeggen¬schapsorgaan en/of naar atv (arbeidstijdverkorting). Dat zijn in elk geval alle in bijlage 10 van deze cao genoemde artikelen; deze vallen buiten de kernbepalingen.
Vanaf de 13e maand van het dienstverband van buitenlandse (in Nederland gedetacheerde) werknemers gelden alle algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de cao, zoals bedoeld in de in artikel 1.2 omschreven werkingssfeer van de cao.
Hoofdstuk
Artikel
Kernbepaling titel / onderwerp
Uitgezonderd
1
De cao algemeen
1.1
Definities en afkortingen
3
Salariëring*
3.1
Referentiefuncties en loongebouw
3.2
Inschaling en toepassing loongebouw
3.4
Loonontwikkeling
3.6
Vakantietoeslag
4.1
Arbeids- en rusttijden
4.1
Planning werkzaamheden en dienstroosters
4.2
Pauzeregeling
4.3
Beschikbaarheid per seizoen
4.4
Werkzaamheden op niet geplande tijden
4.2
Arbeids- en rusttijden van podiumkunstenaars
4.6
Rusttijden
4.7
Voorstellingsvrije weken acteurs
4.3
Arbeids- en rusttijden van voorstellingsgebonden personeel
4.8
Arbeids- en rusttijden in Nederland
5
Vrije dagen, vakantie en verlof
5.1
Vrije dagen
5.2
Feestdagen
5.3
Vakantie en atv
atv-bepalingen
6
Vergoedingen
6.1
Beroepskosten
6.2
Vergoedingen bij werkzaamheden buiten de standplaats
6.3
Maaltijdverstrekking of -vergoeding binnen de standplaats
6.9
Figuratievergoeding
7
Duurzame inzetbaarheid
7.1
Nachtdiensten
10
Overige rechten en verplichtingen
10.3
Uitlening
Bijlagen
Kernbepalingen titel / onderwerp
Uitgezonderd
1A
Loongebouwen 2024
2A
Functieraster met referentiefuncties
2B
Omschrijvingen referentiefuncties
6
Verblijfskostenregeling, artikelen 1 t/m 3
* Berekening en uitbetaling van het salaris De salarissen in het loongebouw van deze cao zijn bruto bedragen. Hierop worden eerst loonbelasting, premies volksverzekeringen conform de Nederlandse wet- en regelgeving en voorts pensioen- en sociaal fondspremies conform deze cao in mindering gebracht alvorens het netto salaris ontstaat. Dit netto salaris wordt maandelijks, doorgaans tegen het eind van elke kalendermaand op de bankrekening van de werknemer gestort.